Bronsmotorenfabriek 100 jaar

"De eerste motor die bouwvakker Jan Brons (1865-1954) uit het Groningse dorp Wagenborgen in 1891 bouwde, wilde niet lopen...", zo begint het verhaal van de NV Appingedammer Bronsmotorenfabriek te Appingedam. Het is dit jaar honderd jaar geleden dat de Bronsmotorenfabriek werd opgericht. De oprichter en uitvinder van de Bronsmotor, Jan Brons, en de Bronsmotor zelf staan in het weekend van 8 en 9 september centraal in de voormalige fabriek.

fabriek
De fabriekshallen van Brons zijn in honderd jaar nauwelijks veranderd. (Foto Henk Zuur)

De Stichting tot in standhouding van Bronsmotoren tracht het tweede weekend van september zoveel mogelijk types Bronsmotoren en tractoren naar Appingedam te halen. Het is de bedoeling dat de kade achter de oude fabriek weer vol ligt met schepen waarin een Brons voor de voortstuwing zorgt. En in en om de oude fabriek zullen motoren, al of niet stationair, draaiend te zien zijn. Men is bezig een grote Brons ED-motor van 240 pk, zestien ton zwaar en een twaalf ton wegende Brons GV-motor van 750 pk naar Appingedam te halen. Ook zijn er motoren van andere merken te zien, maar die zijn uiteraard wel uitgerust met het "bakje van Brons". Daarnaast worden diverse folders, instructieboekjes, Bronsproducten en documenten uit het Bronsarchief tentoongesteld.

Jan
Tot op hoge leeftijd was Jan Brons achter zijn tekentafel te vinden. (Fotocollectie Henk Zuur)

Jan Brons
De op 20 januari 1865 in Wagenborgen, een dorp onder de rook van Delfzijl, geboren Jan Brons leerde bij zijn vader timmeren en metselen. Op zeventienjarige leeftijd ontwierp hij de nieuwe kerk en toren van zijn geboortedorp. Naar dit ontwerp werd de kerk ook gebouwd. Grotere belangstelling had hij echter voor het ontwerpen en bouwen van landbouwmachines. Samen met zijn vader, die weliswaar van origine timmermanaannemer was, dreef Jan Brons in het dorp een dorsmachinefabriek. De petroleummotor wekte zijn belangstelling. Tegen het eind van de negentiende eeuw verkocht hij door hem ontworpen vergassermotoren. In 1903 deed hij een ontdekking die hem wereldberoemd zou maken. Hij maakte een motor die zonder brandstofpomp en verstuiver op diesel of gasolie kon lopen, de beroemde Bronsmotor. Het Brons-systeem werkte als volgt: in een voorkamer werd de brandstof met een klein deel van de lucht tot ontbranding (dus niet ontploffing) gebracht, waardoor het uitzette en als het ware zichzelf de cilinder injoeg, waar de rest van de lucht al eerder ingeblazen was. Door een kam op de zuiger moesten lucht en brandstof verder mengen, waarna de eigenlijke ontploffing plaatshad. Motoren met deze constructie konden bij vergelijkbare grootte wat meer kracht leveren dan gloeikopmotoren. De Bronsmotoren werden veelal ingebouwd in kustvaarders, binnenschepen en gemalen.

Financier

Brons had zich inmiddels aan het Damsterdiep in Farmsum (Delfzijl) gevestigd, maar had veel te weinig ruimte en bovendien geen goede uitweg.De vraag naar de motor, waar patent op was verleend, was zo groot dat er aan het Damsterdiep in Appingedam een nieuwe fabriek werd opgericht. Financieel was hij echter lang niet sterk genoeg om een grote fabriek te bouwen. Maar dankzij de samenwerking met de Appingedammer notabel D. Bonthuis Tonkes, die sterk geïnteresseerd was in de Bronsmotor, kon in 1906 een NV worden opgericht. Op 1 april 1907 begon Brons met 47 man personeel. Tot 1933 werden in Appingedam originele Bronsmotoren gebouwd. Daarna ging de productie over op motoren met directe inspuiting. Niettemin draaien thans nog dagelijks, over de hele wereld, tal van originele Bronsmotoren, een bewijs van hun uitstekende kwaliteit. De laatste producties omvatte de bekende viertakt Bronsmotor met zestig pk per cilinder tot en met acht cilinder (500 pk), met oplading tot 720 pk, voorts de kleine viertakt Bronsmotor van twintig pk per cilinder (veertig tot tachtig pk) en de nieuwe tweetakt motoren van twee tot en met zes cilinders (zestig pk per cilinder).

Waukesha

In de hele bestaansgeschiedenis van Brons fluctueerde het personeelsbestand. Toch werd de afvloeiing van werknemers voornamelijk veroorzaakt door de te vervullen militaire dienstplicht en pensioen. Omdat de orders al een aantal jaren terugliepen, was Brons in 1987 genoodzaakt te reorganiseren. Er worden 36 mensen gedwongen ontslagen. In 1989, 82 jaar nadat Jan Brons zijn fabriek opende, werd de Appingedammer Bronsmotorenfabriek overgenomen door de Amerikaanse motorenfabrikant Waukesha. Niet alle resterende 117 werknemers gingen mee naar de nieuwe eigenaar, er vielen wederom 37 gedwongen ontslagen. Door middel van een goed sociaal plan heeft Brons dit, samen met de NOM (Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij),zo goed mogelijk willen oplossen.

Bronsmuseum
De huidige eigenaar heeft de oude fabriek voor de tentoonstelling beschikbaar gesteld. Inmiddels heeft de Appingedammer Stichting tot in standhouding van Bronsmotoren een gebruikersovereenkomst getekend om er in de toekomst een museum te vestigen. De oude fabriekshal ademt de sfeer van vervlogen tijden. De in Farmsum gebouwde Brons bedrijfsmotor van zestig pk staat nog steeds in een hoekje, terwijl ook de loopkraan uit 1906 zich nog altijd in het gebouw bevindt.Het motorschip Damsterdiep, dat bij Scheepswerf Apol te Wirdum is gebouwd, zal straks ook te zien zijn. In dit schip staat nog de originele een cilinder Bronsmotor van 25 pk. De eigenaren varen er nog jaarlijks mee naar Frankrijk. De motor draait daarbij probleemloos zo'n 400 uur. Verder zullen voor de tentoonstelling enkele sleepboten en opduwers naar Appingedam komen. (HZ)

Bron, Weekblad Schuttevaer Juli 2007 nr. 30